illustratie: Louis Radstaak
Het woord is niet van de lucht bij de nieuwe bezoekers van het café aan het kanaal: netwerken. De waard verbaast zich erover, ze zitten druk te praten over hun omzet, kansen en specialismen en waar die te verzilveren, ze doen hem denken aan autisten die proberen te converseren.
Soms waant hij zich in een Engelse kroeg, ze 'twitteren', zijn 'linked in', doen trainingen en workshops en gaan naar 'Open Coffee' gelegenheden. Zonder dat hij het wist geeft de waard nu ook gelegenheid aan deze nieuwe klanten om zich te profileren en de weg te vinden in de 'ratrace'. In plaats van ouderwets een kaartje te leggen schuiven ze elkaar visitekaartjes toe, nippen van hun cappucino en nemen een hapje van hun tosti, ze zijn er maar druk mee. De Italiaanse koffiemachine maakt overuren, het tostiapparaat krijgt geen rust en de vaatwasmachine draait op volle toeren. Hij wrijft de tap schoon, maar nodig is dat niet, er wordt niet gepimpeld door deze gasten, ze moeten hun geest onbeneveld houden voor de strijd om het bestaan.
Buiten is het druilen van november overgegaan in dat van december, af en toe komt er een vrachtschip langs, maar nooit stopt er meer een om aan te leggen en de schipper te horen zwetsen over het leven. Netwerken was vanzelfsprekend, niemand kende dat woord. Het zijn andere tijden geworden, de morsige waard moet er aan wennen. Hij kijkt naar de Nieuwe Mensen, op hun beurt kijken zij naar sms-jes op hun mobieltjes of bellen even dat 'ze eraan komen'. 'Waar dan?' vraagt de zwaarmoedige uitbater zich in stilte af. De jukebox zwijgt als de Netwerkers er zijn, hij kent zijn plaats in de geschiedenis waar hij een 'Fremdkörper' is geworden. Of is het 'Alien'? Hij denkt (ja, hij kan denken): "Beter een ouderwetsche automaat dan een moderne autist".