maandag 19 oktober 2009

Verdienmodel



illustratie: Louis Radstaak

Opeens was ze er: Merita, het verdienmodel. Ze ging zitten aan een tafeltje bij een caféraam en bestelde een prosecco. De waard moest wel even zoeken in zijn drankkast, maar hij kon toch voldoen aan haar wens en serveerde het modedrankje zwierig, want hij was niet ongevoelig voor vrouwelijk schoon. Ze wenkte hem om te gaan zitten aan het tafeltje met groezelig kleedje en begon over haar bezigheden. "Merita heet ik", zei ze met een lichte rookstem, "ik ben verdienmodel, maar sinds vandaag zit ik zonder werk, want mijn baas is failliet". Ze zweeg even en vervolgde: "Dirk Knippenga was mijn baas en ik deed het heel goed bij zijn bank als model, totdat de klad erin kwam, enfin, je hebt het waarschijnlijk wel gelezen in de De Stentor". De waard knikte, hij had de zaak met belangstelling gevolgd en had plannen om hetzelfde te gaan doen met zijn 'Dichtersbank', de bank voor dichters en andere arme duivels. Merita hoorde zijn plan aan en een sluwe glimlach verscheen op haar gezicht. "Maar beste waard", zei ze tegen de caféhouder, "het lijkt me dat wij zaken kunnen doen en misschien wel meer dan dat!", terwijl ze betekenisvol knipoogde. De gestalte tegenover haar bewoog onhandig en bloosde, terwijl hij dacht: "Een muze, wat is een Dichtersbank zonder een mooie muze?". Hij stond op om nog een prosecco te halen en liet zijn blik heimelijk dwalen over de goddelijke vormen aan het tafeltje in het verveloze café aan het Twentekanaal in Kleindochteren.

woensdag 14 oktober 2009

Logo


Logo van de DICHTERSBANK 
Illustratie: Louis Radstaak
Letter: Staccato 222 BT.

Terwijl de waard op weg naar de Rabobank net als de pianist Liberace het huilen nader stond dan het lachen kreeg hij een idee: 'Waarom niet zelf een bank beginnen?' 'Makkelijk zat' om met Rooie Fred te spreken, Dirk Knippenga had het ook gedaan; ijverig bonnen uitschrijven, een kasboek netjes bijhouden en zorgen voor een goede uitstraling. En gewoon blijven doen, een kaartje blijven leggen met de klandizie, niet naast je schoenen met gaatjes gaan lopen.
Nadat hij bij de bank met de ongure Servokroatische naam zijn zaakjes geregeld had fietste hij over de brug terug naar zijn intieme café. Hij ging een logo ontwerpen op zijn oude Apple computer. Het was al donker geworden toen hij opkeek van het beeldscherm en in de schemering het water zag rimpelen in de najaarswind. Tevreden keek hij naar het logo van de Bank voor Armen die hij zou gaan oprichten: de DICHTERSBANK. Voortaan zou niets meer hetzelfde zijn in de bankwereld, deze bank zou het wak vullen waarin de Schaatsbank van Knippenga was verdwenen.

dinsdag 13 oktober 2009

Schaatsbank



Portret van de oprichter van de Schaatsbank.
Collectie Museum voor Reëele Kunst. Foto: Louis Radstaak

Het tumult in Wognum is de waard van het noodlijdende café aan het kanaal in Kleindochteren niet ontgaan. Op het beeldscherm van de in een hoek van de gelagkamer hangende oude Philips tv volgt hij de ontwikkelingen rond de Schaatsbank hoofdschuddend. Zijn klandizie kijkt mee en ondertussen diep in het glaasje. "Dirk" roept rooie Fred, "Ie'j hebt er 'n puijnhoop van 'emaakt!" en zijn drinkebroers knikken allen instemmend. Ze zien het somber in voor de schaatsers op het Twentse kanaal: weg team, weg salaris, weg klapschaatsen, terug krabbelen naar huis op Friese doorlopers. Onderweg van honger in een wak hengelen naar een Zalm, maar die soort is al naar veiliger oorden vertrokken. De wal op klunen naar hereboeren van het type van Winstschoten en door hem gedreigd worden met het bellen van de wachtmeester der Rijkspolitie 'himself'. De waard droogt zijn handen aan zijn morsige voorschoot en maakt zich op te gaan doen wat hem geadviseerd is: een nieuwe bankrekening openen. Die van de Schaatsbank doet het nog tot woensdag, daarna is het waarschijnlijk afgelopen. In de spiegel achter de tap ziet hij de hoofden van gladde palingen als Frank de Raaf, Ed Naaipels, Klaas Wijting en andere baantjesjagers. 'De wereld is een lagere schoolplein', verzucht hij, 'na het speelkwartier voel je je weer beetgenomen door die rotzakjes'. Hij hoopt op een strenge winter, waarin vette vissen het moeilijk krijgen onder het kanaalijs. Op de schaatsbank voor het café zal hij onverschillig toekijken, neemt hij zich voor. Zuchtend stapt hij op de fiets, de Rabobank wacht al op hem. 'Wacht eens' dacht hij, 'wat betekent Rabo ook weer in het Servokroatisch?'.

vrijdag 9 oktober 2009

Oktoberfeesten


illustratie: Louis Radstaak

Uit het nabije Duitsland zijn ooit de oktoberfeesten overgewaaid, dit weekend gaat het 'los' in het zwaar concurrerende 'Cafe De Radstake' met Heino, de hoogblonde laag zingende en slechtziende 'Schlagerprinz'. De waard moet met lede ogen en dito zaal aanzien dat het volk naar de verre Achterhoek trekt voor bier en 'brommers kiek'n'. Toch is er een lichtpuntje in het donkere café aan het stille kanaal: een nieuwe jukebox, besteld in China. Ze maken daar alles (na) en je kunt krijgen zoals je het hebben wilt. Dus staat daar nu een fonkelnieuwe Hein-o-la, gevuld met meezingers van de bekende tekstdichter Bastiaan Hiele. Vergenoegd bekijkt de waard het muziekmeubel en duwt een euro door de sleuf. Heino komt tot leven, de bassen dreunen, de hoge tonen snerpen, voorbijgangers kijken bevreemd naar de zware gestalte met bierbuik die zowaar met enige elegantie door het etablissement beweegt. De meeuwen aan de waterkant zijn opgeschrikt en een eind verder neergestreken in het avondlicht. De waard neuriet "Altijd oktober, altijd bladeren, altijd dit lege hart" en deint door de gelagkamer met een glaasje jenever in zijn morsige vingers en een weemoedige blik in zijn waterige ogen. Een passant mompelt: "De woard kump thuus!".

woensdag 7 oktober 2009

Oranjebitter


Aan de overkant van het café bij het Twentekanaal in Kleindochteren lag de replica van de HMS Beagle nog steeds aangemeerd. De passagiers hadden het scheepje de vorige dag ordelijk verlaten, tenslotte was het een keurig gezelschap: de Bond van Oranjeverenigingen. Zij hadden hun jaarlijks congres gehouden in de zaal van een concurrent, stelde de waard van Café Radstaak de volgende dag enigszins bitter vast. In deze barre tijden kon hij best een extraatje gebruiken, ook al had hij een hekel aan Oranjeklanten. Hij dacht aan de dichter Richard Minne en diens mooie regels: "Veracht de burgerman, maar ledig zijne kruiken". Graag had hij de omzet van zijn Oranjeboombier en Oranjebitter royaal zien stijgen; het mocht niet zo zijn. Hij stond op en legde een portie bitterballen in de magnetron, terwjl hij zijn manchester broek opnieuw vastmaakte aan zijn slappe bretels. Zuchtend ging hij weer zitten en las verder in de De Stentor. Hij las de kop 'Prins moet weg uit vastgoedproject' en dacht aan de mooie villa Espérance een eind verderop aan het kanaal. Zou dat niet wat zijn voor Alexander? En ook goed voor de omzet, want de Prins houdt wel van een biertje... Hij nam een slok koffie en hapte in een te hete bitterbal, zijn vloek was buiten te horen, maar niemand nam aanstoot. Niemand zag ook dat hij de rest van de dag liep met een oranje Bic balpen door zijn brede neus, zoals hij dacht dat ze in Mozambique deden. "Verrek", dacht hij hikkend en oprispend, "Bic en Mozambique rijmen".

maandag 5 oktober 2009

De reis van de Beagle



De herfst diende zich aan met wind en regenvlagen bij het Twentekanaal. De waard van het stille café keek over het water naar de sierlijke brug. Hij kon zijn ogen niet geloven: daar kwam een zeilschip met de naam 'Beagle'en het ging aanleggen bij tegenover het café. Darwin, schoot het door hem heen, hier in Kleindochteren!? In zijn opwinding liet hij een dienblad met bierglazen uit zijn morsige handen vallen en beende naar buiten. Zou het dan toch waar zijn dat hier in deze gemeente de oorsprong van alle soorten en mogelijk zelfs de mens te vinden zou zijn? Opeens voorzag hij een grote toeloop naar zijn café en ging schielijk weer naar binnen om de scherven op te ruimen voordat zijn vaste klandizie kwam. In de spiegel achter de tap bekeek hij zijn brede kaken, platte neus en diepliggende ogen onder een vooruitstekende schedel en voelde een lichte trots over zijn nederige afstamming uit dat mooie Duitse dal. De jukebox kreeg de opdracht het nummer Bottle van ene Guy K te spelen.

zaterdag 22 augustus 2009

De waard droomt


De waard van Café Radstaak stond te dromen bij een tramhalte in Praag, de tram kwam en verdween om de hoek zonder hem. Hij begon te lopen, de stad uit, naar het platteland. Op de landweg begon een hevige wind te waaien over het kale landschap, hij kwam nog nauwelijks vooruit. Even dacht hij al dicht bij zijn vaderland te zijn, maar het was alleen de gelijkenis met het landschap: weiden omzoomd met populieren. De straatnaambordjes waren echter in het Tsjechisch.
Er kwamen karren aan, met paarden ervoor en zingende boeren erop. Hij wilde een lift, terug naar de stad. Een boer zong een lied in gebroken Nederlands, over de deugden van de vrouw, maar ook haar ondeugden. Hij luisterde er glimlachend naar, terwijl hij tussen de karren voortsjokte met een zware linnen zak die over zijn schouder hing. De zak stond bol van paperassen, zoals de dichter Chlebnikov bij zich had op zijn zwerftochten door Rusland.
Terug in de stad nam hij een baantje als sorteerder van bakstenen en bezag trots een groeiende stapel rode stenen. Waar die toe dienden was onduidelijk, er kwamen geen afnemers en de stapel groeide uit tot een berg. In een kiosk om de hoek zag hij een affiche met een afbeelding van een figuur met een pestmasker, achter hem een middeleeuws tafereel. Het was een aankondiging voor het Chlebnikov Carnaval in Kessel-Lo, bij Leuven. Hij hield op met stenen stapelen en ging op weg, naar België.
In de verte meende hij al de onbegrijpelijke 'Phonetische Poëzie' van Chlebnikov te horen: Ora Smetis, Ora Smetis...

SIGMUND

                                                                                                                                            ...