woensdag 7 oktober 2009

Oranjebitter


Aan de overkant van het café bij het Twentekanaal in Kleindochteren lag de replica van de HMS Beagle nog steeds aangemeerd. De passagiers hadden het scheepje de vorige dag ordelijk verlaten, tenslotte was het een keurig gezelschap: de Bond van Oranjeverenigingen. Zij hadden hun jaarlijks congres gehouden in de zaal van een concurrent, stelde de waard van Café Radstaak de volgende dag enigszins bitter vast. In deze barre tijden kon hij best een extraatje gebruiken, ook al had hij een hekel aan Oranjeklanten. Hij dacht aan de dichter Richard Minne en diens mooie regels: "Veracht de burgerman, maar ledig zijne kruiken". Graag had hij de omzet van zijn Oranjeboombier en Oranjebitter royaal zien stijgen; het mocht niet zo zijn. Hij stond op en legde een portie bitterballen in de magnetron, terwjl hij zijn manchester broek opnieuw vastmaakte aan zijn slappe bretels. Zuchtend ging hij weer zitten en las verder in de De Stentor. Hij las de kop 'Prins moet weg uit vastgoedproject' en dacht aan de mooie villa Espérance een eind verderop aan het kanaal. Zou dat niet wat zijn voor Alexander? En ook goed voor de omzet, want de Prins houdt wel van een biertje... Hij nam een slok koffie en hapte in een te hete bitterbal, zijn vloek was buiten te horen, maar niemand nam aanstoot. Niemand zag ook dat hij de rest van de dag liep met een oranje Bic balpen door zijn brede neus, zoals hij dacht dat ze in Mozambique deden. "Verrek", dacht hij hikkend en oprispend, "Bic en Mozambique rijmen".

maandag 5 oktober 2009

De reis van de Beagle



De herfst diende zich aan met wind en regenvlagen bij het Twentekanaal. De waard van het stille café keek over het water naar de sierlijke brug. Hij kon zijn ogen niet geloven: daar kwam een zeilschip met de naam 'Beagle'en het ging aanleggen bij tegenover het café. Darwin, schoot het door hem heen, hier in Kleindochteren!? In zijn opwinding liet hij een dienblad met bierglazen uit zijn morsige handen vallen en beende naar buiten. Zou het dan toch waar zijn dat hier in deze gemeente de oorsprong van alle soorten en mogelijk zelfs de mens te vinden zou zijn? Opeens voorzag hij een grote toeloop naar zijn café en ging schielijk weer naar binnen om de scherven op te ruimen voordat zijn vaste klandizie kwam. In de spiegel achter de tap bekeek hij zijn brede kaken, platte neus en diepliggende ogen onder een vooruitstekende schedel en voelde een lichte trots over zijn nederige afstamming uit dat mooie Duitse dal. De jukebox kreeg de opdracht het nummer Bottle van ene Guy K te spelen.

zaterdag 22 augustus 2009

De waard droomt


De waard van Café Radstaak stond te dromen bij een tramhalte in Praag, de tram kwam en verdween om de hoek zonder hem. Hij begon te lopen, de stad uit, naar het platteland. Op de landweg begon een hevige wind te waaien over het kale landschap, hij kwam nog nauwelijks vooruit. Even dacht hij al dicht bij zijn vaderland te zijn, maar het was alleen de gelijkenis met het landschap: weiden omzoomd met populieren. De straatnaambordjes waren echter in het Tsjechisch.
Er kwamen karren aan, met paarden ervoor en zingende boeren erop. Hij wilde een lift, terug naar de stad. Een boer zong een lied in gebroken Nederlands, over de deugden van de vrouw, maar ook haar ondeugden. Hij luisterde er glimlachend naar, terwijl hij tussen de karren voortsjokte met een zware linnen zak die over zijn schouder hing. De zak stond bol van paperassen, zoals de dichter Chlebnikov bij zich had op zijn zwerftochten door Rusland.
Terug in de stad nam hij een baantje als sorteerder van bakstenen en bezag trots een groeiende stapel rode stenen. Waar die toe dienden was onduidelijk, er kwamen geen afnemers en de stapel groeide uit tot een berg. In een kiosk om de hoek zag hij een affiche met een afbeelding van een figuur met een pestmasker, achter hem een middeleeuws tafereel. Het was een aankondiging voor het Chlebnikov Carnaval in Kessel-Lo, bij Leuven. Hij hield op met stenen stapelen en ging op weg, naar België.
In de verte meende hij al de onbegrijpelijke 'Phonetische Poëzie' van Chlebnikov te horen: Ora Smetis, Ora Smetis...

maandag 6 juli 2009

'Caféracerdag'




Zondag 5 juli 2009 snorde de morsige waard op zijn Kreidler van Kleindochteren naar Achterveld, een plaatsje bij Barneveld. Hij wou dat wel eens meemaken, zo'n samenscholing van oude rockers met hun meest Britse motorfietsen, of zoals de speaker zei: "van Engelse makelaardij".
Hij zag bij aankomst een demonstratie van hoe te arriveren bij het café: Iets te hard aan komen rijden, even wachten op aanwijzingen van de steward, het aangereikte kunststoftegeltje (tegen het wegzakken in het grasveld op de 'jiffy') tussen de kaken klemmen en een kort sprintje trekken naar de parkeerplaats.
De plek waar de deugnieten hun trots parkeerden was bij zaal 'De Moespot', in het Nedersaksisch bekend als een pan boerenkool. Maar voor dat heerlijke gerecht was het te warm, de bikers en hun dames konden hun tattoo's eens goed laten zien. Ook de motoren mochten er zijn, de waard stond soms te likkebaarden. Hij herkende een drietal klassieken die hij zelf ooit bezat en bekeek met gemengde gevoelens zijn fletse spiegelbeeld in een glanzende benzinetank. Onlangs had hij eens geteld en gewogen welke hij allemaal had bezeten van het magische fenomeen motorfiets, na Pegasus het begeerlijkste paard voor een dichter. Hij kwam tot veertien stuks en rangschikte ze enigszins op rijm tot de klaagzang 'Trial and Error'.
Geamuseerd liep hij rond te 'kieken' bij de machines, snoof de geur van hamburgers en uitlaatgassen op en merkte weer hoe goed de sfeer is onder motorliefhebbers.
Na het uitreiken van de trofee voor de mooiste 'Wankel'motorfiets brak de samenscholing op en brulde de straat uit, zich verspreidend over de mooie stuurweggetjes rond Achterveld. De waard besteeg zijn brommer en nam de langste weg naar huis. In Voorst bij Zutphen bekeek hij even zorgelijk de houten bouwval van 'Stationskoffiehuis Radstaake'. "Het is moeilijk in de horeca", zei hij tegen niemand in het bijzonder. Even later zag hij een hele groep oude nozems op hun Kreidlers, de meesten met een wit snorretje. Klik hier voor details van deze dag

donderdag 18 juni 2009

"Daai is rerig so beautiful..."



Gert Vlok Nel in Hengelo (O.)

Woensdag 17 juni 2009 was een zwoele dag waarop de waard van het café aan het Twentekanaal besloot naar het Rabotheater in Hengelo (O.) te gaan. Hij had zich in zijn beste pak gehesen, maar om zich heen kijkend bemerkte hij dat hij uit de toon viel bij de 'casual' geklede medemensen in de trein. Op het programma stonden Breyten Breytenbach en andere dichters, maar de waard kwam voor Gert Vlok Nel, de kleine bard uit Zuid-Afrika. Verlegen en introvert stond Gert op het podium, ook zijn gitaar was klein. Zijn repertoire is muzikaal niet spectaculair, maar wat een indringende manier van zingen! Hij lijkt voor zich zelf heen te neuriën op een gammele bank in een warme nacht over de pijn van het leven en de liefde die hem ontglipt in het verscheurde land. De waard hield zich groot, maar de tranen brandden achter zijn ogen, tot na het concert. In de lauwe avond nam hij een Duvel op het theater terras en staarde naar de hemel, het was nog steeds een beetje licht. In zijn vochtige ooghoeken zag hij Breyten die veel omhelsde en omhelsd werd. Gert was nergens te zien. De hemel beware dat hij ooit gelukkig wordt en zijn tranen en poëzie opdrogen, bedacht de waard voordat hij kordaat naar het station liep voor zijn trein, ook een motief in het werk van Gert Vlok Nel.
De volgende dag zag de groezelige uitbater van het scheefgezakte café op zijn oude computer deze mooie regel commentaar bij een filmpje op YouTube:
"Daai is rerig so beautiful, dit breek my, elke keer weer."

vrijdag 5 juni 2009

Vlag van Nunavut




De vlag van Nunavut werd aangenomen op 1 april 1999, de dag dat dit Canadese territorium ontstond uit de Northwest Territories.
De vlag bestaat uit een geel-wit veld met daarop een rode Inuit-mijlpaal en een blauwe ster. De kleuren symboliseren de rijkdommen van het land, de zee en de lucht. De blauwe ster is Niqirtsuituq, de Poolster en symboliseert ook het leiderschap van de ouderen. De uitbater van Café Radstaak vindt het een mooie vlag, de mijlpaal van stenen in de vorm van een menselijke figuur ontroert hem. Ze hebben daar vast veel café's, er is veel alcoholisme onder de Inuit, zoals de Eskimo's zichzelf noemen. Nunavut betekent 'ons land', het wordt druk bezocht door wetenschappers op zoek naar olie en andere rijkdommen. Enkelen van hun vonden in 2007 bij toeval de resten van een voorouder van de zeehond, zoals die al door Darwin voorspeld was. Zijn naam werd toegevoegd aan die van 'jong zeezoogdier' in het Inuktitut: 'Puijila'. Zou het een leuke hond geweest zijn voor een cafébaas daarginds? En zou Heineken daar ook het bier bezorgen? De waard zucht en toetst met zijn vettige vingers een nummer op de jukebox: 'The blizzard' van Eskimo and Sons.

vrijdag 22 mei 2009

Aanwinst











































“Niet helemaal amateuristisch, deze compositie”, dacht de waard toen hij het met drie euro geprijsde doekje in zijn vingers hield. Lokaal gemaakt, aan de spoorlijn van Winterswijk naar Arnhem dan wel Zutphen? De signering zou VH kunnen zijn maar ook NN. In 1979 zag de eigenaar van het café een tentoonstelling in Moskou door de ‘Bond van Schilderende Spoorwegarbeiders’, aandoenlijke voorstellingen van het dagelijks leven in Rusland. Dat leven is hier afwezig, alleen de schilder met zijn veldezel en het landschap met rails in de zinderende zondagmiddag...
In het virtuele café hangt de ‘Aanwinst’ boven de tapkast, naast een schets van de waard over de spoorlijn van Zutphen naar Oldenzaal. In de jukebox zit een passende 'Railroad Blues' van Woody Guthrie.

SIGMUND

                                                                                                                                            ...