zaterdag 22 augustus 2009

De waard droomt


De waard van Café Radstaak stond te dromen bij een tramhalte in Praag, de tram kwam en verdween om de hoek zonder hem. Hij begon te lopen, de stad uit, naar het platteland. Op de landweg begon een hevige wind te waaien over het kale landschap, hij kwam nog nauwelijks vooruit. Even dacht hij al dicht bij zijn vaderland te zijn, maar het was alleen de gelijkenis met het landschap: weiden omzoomd met populieren. De straatnaambordjes waren echter in het Tsjechisch.
Er kwamen karren aan, met paarden ervoor en zingende boeren erop. Hij wilde een lift, terug naar de stad. Een boer zong een lied in gebroken Nederlands, over de deugden van de vrouw, maar ook haar ondeugden. Hij luisterde er glimlachend naar, terwijl hij tussen de karren voortsjokte met een zware linnen zak die over zijn schouder hing. De zak stond bol van paperassen, zoals de dichter Chlebnikov bij zich had op zijn zwerftochten door Rusland.
Terug in de stad nam hij een baantje als sorteerder van bakstenen en bezag trots een groeiende stapel rode stenen. Waar die toe dienden was onduidelijk, er kwamen geen afnemers en de stapel groeide uit tot een berg. In een kiosk om de hoek zag hij een affiche met een afbeelding van een figuur met een pestmasker, achter hem een middeleeuws tafereel. Het was een aankondiging voor het Chlebnikov Carnaval in Kessel-Lo, bij Leuven. Hij hield op met stenen stapelen en ging op weg, naar België.
In de verte meende hij al de onbegrijpelijke 'Phonetische Poëzie' van Chlebnikov te horen: Ora Smetis, Ora Smetis...

maandag 6 juli 2009

'Caféracerdag'




Zondag 5 juli 2009 snorde de morsige waard op zijn Kreidler van Kleindochteren naar Achterveld, een plaatsje bij Barneveld. Hij wou dat wel eens meemaken, zo'n samenscholing van oude rockers met hun meest Britse motorfietsen, of zoals de speaker zei: "van Engelse makelaardij".
Hij zag bij aankomst een demonstratie van hoe te arriveren bij het café: Iets te hard aan komen rijden, even wachten op aanwijzingen van de steward, het aangereikte kunststoftegeltje (tegen het wegzakken in het grasveld op de 'jiffy') tussen de kaken klemmen en een kort sprintje trekken naar de parkeerplaats.
De plek waar de deugnieten hun trots parkeerden was bij zaal 'De Moespot', in het Nedersaksisch bekend als een pan boerenkool. Maar voor dat heerlijke gerecht was het te warm, de bikers en hun dames konden hun tattoo's eens goed laten zien. Ook de motoren mochten er zijn, de waard stond soms te likkebaarden. Hij herkende een drietal klassieken die hij zelf ooit bezat en bekeek met gemengde gevoelens zijn fletse spiegelbeeld in een glanzende benzinetank. Onlangs had hij eens geteld en gewogen welke hij allemaal had bezeten van het magische fenomeen motorfiets, na Pegasus het begeerlijkste paard voor een dichter. Hij kwam tot veertien stuks en rangschikte ze enigszins op rijm tot de klaagzang 'Trial and Error'.
Geamuseerd liep hij rond te 'kieken' bij de machines, snoof de geur van hamburgers en uitlaatgassen op en merkte weer hoe goed de sfeer is onder motorliefhebbers.
Na het uitreiken van de trofee voor de mooiste 'Wankel'motorfiets brak de samenscholing op en brulde de straat uit, zich verspreidend over de mooie stuurweggetjes rond Achterveld. De waard besteeg zijn brommer en nam de langste weg naar huis. In Voorst bij Zutphen bekeek hij even zorgelijk de houten bouwval van 'Stationskoffiehuis Radstaake'. "Het is moeilijk in de horeca", zei hij tegen niemand in het bijzonder. Even later zag hij een hele groep oude nozems op hun Kreidlers, de meesten met een wit snorretje. Klik hier voor details van deze dag

donderdag 18 juni 2009

"Daai is rerig so beautiful..."



Gert Vlok Nel in Hengelo (O.)

Woensdag 17 juni 2009 was een zwoele dag waarop de waard van het café aan het Twentekanaal besloot naar het Rabotheater in Hengelo (O.) te gaan. Hij had zich in zijn beste pak gehesen, maar om zich heen kijkend bemerkte hij dat hij uit de toon viel bij de 'casual' geklede medemensen in de trein. Op het programma stonden Breyten Breytenbach en andere dichters, maar de waard kwam voor Gert Vlok Nel, de kleine bard uit Zuid-Afrika. Verlegen en introvert stond Gert op het podium, ook zijn gitaar was klein. Zijn repertoire is muzikaal niet spectaculair, maar wat een indringende manier van zingen! Hij lijkt voor zich zelf heen te neuriën op een gammele bank in een warme nacht over de pijn van het leven en de liefde die hem ontglipt in het verscheurde land. De waard hield zich groot, maar de tranen brandden achter zijn ogen, tot na het concert. In de lauwe avond nam hij een Duvel op het theater terras en staarde naar de hemel, het was nog steeds een beetje licht. In zijn vochtige ooghoeken zag hij Breyten die veel omhelsde en omhelsd werd. Gert was nergens te zien. De hemel beware dat hij ooit gelukkig wordt en zijn tranen en poëzie opdrogen, bedacht de waard voordat hij kordaat naar het station liep voor zijn trein, ook een motief in het werk van Gert Vlok Nel.
De volgende dag zag de groezelige uitbater van het scheefgezakte café op zijn oude computer deze mooie regel commentaar bij een filmpje op YouTube:
"Daai is rerig so beautiful, dit breek my, elke keer weer."

vrijdag 5 juni 2009

Vlag van Nunavut




De vlag van Nunavut werd aangenomen op 1 april 1999, de dag dat dit Canadese territorium ontstond uit de Northwest Territories.
De vlag bestaat uit een geel-wit veld met daarop een rode Inuit-mijlpaal en een blauwe ster. De kleuren symboliseren de rijkdommen van het land, de zee en de lucht. De blauwe ster is Niqirtsuituq, de Poolster en symboliseert ook het leiderschap van de ouderen. De uitbater van Café Radstaak vindt het een mooie vlag, de mijlpaal van stenen in de vorm van een menselijke figuur ontroert hem. Ze hebben daar vast veel café's, er is veel alcoholisme onder de Inuit, zoals de Eskimo's zichzelf noemen. Nunavut betekent 'ons land', het wordt druk bezocht door wetenschappers op zoek naar olie en andere rijkdommen. Enkelen van hun vonden in 2007 bij toeval de resten van een voorouder van de zeehond, zoals die al door Darwin voorspeld was. Zijn naam werd toegevoegd aan die van 'jong zeezoogdier' in het Inuktitut: 'Puijila'. Zou het een leuke hond geweest zijn voor een cafébaas daarginds? En zou Heineken daar ook het bier bezorgen? De waard zucht en toetst met zijn vettige vingers een nummer op de jukebox: 'The blizzard' van Eskimo and Sons.

vrijdag 22 mei 2009

Aanwinst











































“Niet helemaal amateuristisch, deze compositie”, dacht de waard toen hij het met drie euro geprijsde doekje in zijn vingers hield. Lokaal gemaakt, aan de spoorlijn van Winterswijk naar Arnhem dan wel Zutphen? De signering zou VH kunnen zijn maar ook NN. In 1979 zag de eigenaar van het café een tentoonstelling in Moskou door de ‘Bond van Schilderende Spoorwegarbeiders’, aandoenlijke voorstellingen van het dagelijks leven in Rusland. Dat leven is hier afwezig, alleen de schilder met zijn veldezel en het landschap met rails in de zinderende zondagmiddag...
In het virtuele café hangt de ‘Aanwinst’ boven de tapkast, naast een schets van de waard over de spoorlijn van Zutphen naar Oldenzaal. In de jukebox zit een passende 'Railroad Blues' van Woody Guthrie.

maandag 20 april 2009

Tea tea


Het café was toe aan nieuwe bierpullen en de morsige waard wil zijn goede smaak tonen met de aanschaf van deze theemokken. De vaste jongens moeten er aan wennen, de meesten zijn ongeletterd en nooit in Londen geweest, maar wel naar de TT en daar proosten ze op: "Jongs, töt biej d'n Thee thee!".
Rossi vertrok 27 juni 2009 op zijn geliefde circuit, zoals gewenst bij droog weer, van poleposition maar zag Stoner voor de eerste bocht voorbijkomen. De wereldkampioen van 2007 mocht precies één ronde vooraan rijden. Daarna stelde Rossi orde op zaken en begon hij aan zijn triomftocht over het Drentse asfalt. Hij nam meteen de leiding in het wereldkampioenschap. Lorenzo en Stoner, die voor de race in Assen evenveel punten hadden, leverden allebei in.
“Het is een onvergetelijke dag en ik ben blij dat ik deze mijlpaal bereik in Assen. Deze plek heeft historie en mijn vader heeft hier ook ooit gewonnen. Ik beschouw Assen als de universiteit van de motorsport’’, zei de 30-jarige Rossi, bijgenaamd ‘The Doctor’, na afloop. ‘’Het was een saaie race, maar ik ben dolgelukkig. Het team van Yamaha heeft een motor gemaakt die vliegt. Geweldig. Maar ik zou het niet kunnen zonder de steun van mijn familie en vrienden. Die geven me de motivatie om door te gaan.’’ (ANP)

The mug is officially licensed through the London Transport Museum and features the P22 London Underground font, also licensed through the museum. The mug contains a sample of the famous Johnston Underground type design, an alphanumeric showing and a quote by the original designer, Edward Johnston: "... The essential virtues of good lettering are readableness, beauty, and character.

zaterdag 11 april 2009

Bob Dylan in Heineken Music Hall


Bob Dylan op 'Triumph Bonneville'.

Waarschijnlijk zal De Grote Bard nooit optreden in Kleindochteren bij Café Radstaak. Dus ging de waard met vrienden naar de Grote Stad om Hem te zien en te horen. Thuis, achter de tap noteerde hij zijn beleving van de avond die daar eindigde in een onweersbui. Hij stuurde onderstaande 'recensie' ook aan dit weblog over Bob Dylan in Nederland.

“Schlagt ihn todt den Hund! Es ist ein Recensent”, schreef Goethe in 1774, maar toch wil ik - een zestiger - het erop wagen. Voor het eerst en laatst zag ik hem in Muziekcentrum Vredenburg (Utrecht), ergens in de jaren '90 van de vorige eeuw. Toen was ik hevig aangedaan bij het zien van de meester van de Frasering en het rolmodel Dichter uit mijn jeugd. Nu zie ik in de Heineken Hall een kleine gestalte van opzij met hoed en lange jas over leren broek in de toneelkijker die ik van vrienden mag vasthouden. Bijna het hele concert staat hij zo achter zijn keyboard dat Hammondorgelachtig klinkt, een beetje zoals in The Band bij Garth Hudson. Achter hem een onhoorbare steelgitarist en verder een keiharde, strakke drummer die samen met de bassist een zware dreun produceert. De twee gitaristen doen denken aan The Bluesbrothers, ook zij spelen hard en afgemeten. De band komt op gang als een zware, lange trein in een cadans van arrangementen voor oude en nieuwere nummers. Sommmige herken ik pas halverwege, zoals 'Highway 61', door de terloopse manier van zingen bijna een parodie op het origineel. Het heeft één groot voordeel: het publiek kan niet mee gaan zingen en deinen, want dat moet Hem een gruwel zijn, zo bedenken wij later. In de speellijst zit ook een favoriet: 'I'm walking' en ik krijg er net zo'n kippenvel van als op de CD. Wat een nummer, een monument van totale desillusie, totale verlatenheid, een faillissement van het gevoel. Van tijd tot tijd gloeien in het donker de beeldschermen op van mobieltjes, een soort zwijgende instemming met het gebodene. De meeste variatie in het geluid brengt de steelgitarist, als hij gaat spelen op een banjo, die klinkt als een mandoline of met zijn viool mooie tonen toevoegt aan het orgel. Na de set volgt er een toegift, de kreet "Zugabe, zugabe" van iemand achter mij is verhoord. Daarna zwijgen Bob Dylan and his Band, het publiek begint te schuifelen naar de uitgang en meteen te recenseren: "Ik vond dat nummer toch zó anders, ik moest er erg aan wennen" hoor ik de ene vleesgeworden grijze macramé-dame zeggen tegen een dito andere. Wij ontmoeten een kennis die tevreden vastelt dat de zanger goed bij stem was, voorzover van toepassing bij de binnenkort 68-jarige. Volgende maand is het zover, leg Goethe opzij, draai uw favoriete nummers en schreeuw uit volle borst met schorre stem mee in Huize Avondrood op de 24ste!

 Onlangs kreeg Bob Dylan de Nobelprijs, in 2016. Hij kwam zelf niet, ‘vanwege verplichtingen elders’, maar liet een tekst voorlezen door de Amerikaanse ambassadrice in Zweden en een lied zingen door Patty Smith.
Zij zong ‘A Hard Rain’s Gonna Fall’, mooi en gekweld door haar zenuwen. Hierboven zit de bard in zijn jonge jaren op een Triumph Bonneville, hij heeft niet eens zijn voeten op de steunen, het zal wel niet erg hard gaan. Hij had er een ongeluk mee, maar dat was niet ernstig en hij gebruikte het om uit de ‘ratrace’ van de folkmusic' te komen waarin hij verzeild was geraakt.
Een tijdlang was de Bonneville uitgestorven, de fabriek ging failliet,  maar wat een wonder: hij leeft weer voort in een wederopstanding, nu met een watergekoelde motor en grotendeels dezelfde ‘looks’ en met hetzelfde bescheiden motorvermogen uit een parallelle twin, maar dan met een blok anno nu: zonder trillingen, met ABS, elektronische inspuiting en met een USB oplaadpunt, alsmede tractieregeling en nog zo wat dingen...

SIGMUND

                                                                                                                                            ...